EEN OMARMER
EEN OMARMER
Ik wil graag een omarmer zijn,
die and’ren kan verwarmen,
die lief kan hebben zonder taal
met uitgestoken armen.
Ik wil geen strenge rechter zijn,
doch een geboren pleiter wezen
en, Vader, mag toch iedereen
dat in mijn ogen lezen.
Ik wil graag een omarmer zijn
daar, waar de wanhoop griefde.
Heer, met een liefdevol gebaar
vertaal ik woordeloos uw liefde!
Want dat is toch een groot geheim,
het stille wonder van erbarmen,
dat ieder mensenkind verstaat
de taal van uitgestoken armen.
Ik wil graag een omarmer zijn
en metterdaad uw naam belijden.
Ik wil graag een ontfermer zijn,
die strijdt waar and’ren strijden.
En als mijn armen moede zijn,
wilt Gij ze dan opnieuw weer sterken,
opdat ze als een instrument
Heer, in uw handen blijven werken.
Frits Deubel
|